De Senegalese zanger Abdou Diop diende in het leger vanuit de hoofdstad Dakar. Zodoende leerde hij de muziek van de Wolof kennen, uit het noorden. Het was zijn landgenoot, gitarist en zanger Baaba Maal (1953), die hem ervan overtuigde om bij de roots uit de Haute Casamance te blijven, zijn geboorte streek in zuid Senegal. Een exposé is nu te vinden op ‘Nootee’.