De sucu-sucu is ontstaan op Isla de la Juventud (Eiland van de Jeugd), het grootste eiland van de republiek Cuba, dat tot 1978 Isla de Pinos heette. De sucu-sucu is een son-montuno/changuï georïenteerde stijl, ontstaan begin 20ste eeuw: op deze cd vertegenwoordigd door twee groepen: het sextet Camaraco met zangeres Lidia Piñero en Trío Los Pineritos.

Door de economische groei op het eiland Isla de Pinos tijdens de jaren ’60, vertrokken veel jongeren vanuit Cuba, Jamaica en de Kaaiman eilanden naar Isla de Pinos, dat eind jaren ’70 de naam Isla de la Juventud (Eiland van de Jeugd) krijgt. Zo wordt de sucu-sucu enorm populair op het hele eiland. Deze muziek heeft dezelfde opbouw en ritmen als de Cubaanse stijlen son-montuno en changuï en wordt bovendien gespeeld op dezelfde instrumenten: de marimbula (bas box), gitaar, tres (gitaar met 3 keer 2 snaren) de guiro (rasp) en/of bongo’s. Een sucu-sucu lied begint met een instrumentaal intro, gevolgd door een (meerstemmig) gezongen refrein met daarna een couplet. De tres speelt de melodie en improviseert op de drie akkoorden die steeds worden herhaald. De sucu-sucu is naast muziek ook een paar-dans die door de komst van de radio, T.V. en internet langzaam naar de achtergrond is verdwenen, maar wel nog wordt gedanst in dorpen tijdens lokale feesten.


Ramon ‘Mongo’ Rives
(foto rechts) hield de sucu-sucu traditie levendig met zijn groep The Tumbita Criolla. Twee nazaten van Rives spelen in Trío Los Pineritos, te vinden op de cd ‘Sucu-Sucu’. Zij begeleiden zichzelf op gitaar en tres: zonder percussie. De heldere, markante gitaaraanslag suggereert het son-montuno ritme waardoor percussie overbodig blijkt en er een heel frisse sucu-sucu ontstaat. De mannen zingen vooral in het hoge register en wisselen prachtig af met unisono en meerstemmigheid.

De andere groep op de cd ‘Sucu-Suci’ is Camaraco. Bestaat uit zes leden waaronder Lidia Piñero. Een zangeres met een sympathieke breekbare stem. Ze wordt bijgestaan door gitaar, tres, bas en percussie: bongo’s en maracas (shakers). De tres omspeelt de melodie met een repeterend patroon: afkomstig van de son-montuno.

  • Trío Los Pineritos & Camaraco: ‘Sucu-sucu’ (Colophon Records/New Arts International)

© Mattie Poels.