Napkerék is de titel van het debuut-album van de Hongaarse zangeres Melinda Balogh. Een unieke stem met gipsy folk-repertoire uit Roemenië (Transsylvanië) en Hongarije.
English version below
De muziek op het album Napkerék komt uit diverse regio’s uit Transsylvanië (Roemenië) en Hongarije. Zangeres Melinda Balogh heeft een bevlogen stem, met een klankkleur die naadloos aansluit bij Irén Lovász en zelfs bij de legendarische Martá Sebestyen. Vocalen met een fraaie dictie, enthousiast, soepel en met een frisse helderheid in hoogte. Ze wordt bijgestaan door gitaren, viool, contrabas, accordeon en wat slagwerk. De stukken hebben een vlammende snelheid, waar niet alleen de virtuositeit vanaf spat maar die ook uitbundig, vreugdevol en uitgelaten zijn. Maar er is meer. Zo zijn de gedragen, langzaam gespeelde intro’s en B-gedeelten soms intens in traagheid, met lang liggende tonen en akkoorden die worden overgoten met de stem van Melinda, die als een wendbare zwaluw door de harmonieën heen laveert. Inventief spannend. Deze intro’s versnellen langzaam, maar gestaag. Met pompende wisselbas (al dan niet met strijkstok gespeeld) wordt het tempo met-ingehouden-snelheid opgevoerd en ondersteund door de afterbeat op gitaar en accordeon, virtuoos omspeeld door violen. Als de muziek dan op dreef is, volgt de (fonetische) spraak-percussie die regelmatig wordt gebruikt in de Hongaarse gipsy-muziek. Bij veel groepen wordt deze spraak-percussie zelfs uitgebreid met hand-en-voet-percussie op potten-en-pannen (of wat maar voor handen is), dit om de feestvreugde te verhogen. De compositie Bánatmalom is bijzonder fraai. Een stuk voor zang, warm ondersteund met het cimbaal-spel van Dániel Szabó en een geweldige solo op viool. De CD Napkerék (Zonnewiel) is een tijdloos album met als metafoor de gekleurde cirkel. Een teken dat (eigenlijk) geen begin en einde heeft. En dat is nou precies wat deze traditionele muziek zo sterk maakt: als je eenmaal gaat luisteren, kun je niet stoppen en is het eind nog lang niet in zicht. Lovely!
English version
Napkerék is the title of the wonderful debut album by the Hungarian singer Melinda Balogh. A unique voice with gypsy folk repertoire from Transylvania and Hungary.
The music on the album Napkerék comes from various regions of Transylvania (Romania) and Hungary. Singer Melinda Balogh has an inspired voice, with a timbre that fits seamlessly with Irén Lovász and even with the legendary Martá Sebestyen. Vocals with a beautiful diction, enthusiastic, smooth and with a fresh clarity in height. She is assisted by guitars, violin, double bass, accordion and some percussion. The pieces have a blazing speed, which not only radiates virtuosity, but is also exuberant and joyful. But there’s more. For example, the carried, slowly played intros and B parts are sometimes intense in slowness, with long notes and chords that are suffused with the voice of Melinda, who navigates through the harmonies like an agile swallow. Inventively exciting. These intros speed up slowly, but steadily. With pumping alternating bass (whether or not played with a bow) the tempo is increased with a restrained speed and supported by the afterbeat on guitar and accordion, virtuoso added by violins. When the music is up and running, the (phonetically) speech-percussion that is regularly used in Hungarian gypsy music is added. In many groups, this speech percussion is even expanded with hand-and-foot percussion on pots-and-pans (or whatever is available), to increase the party fun. The composition Bánatmalom is particularly beautiful. A piece for voice, superbly supported by Dániel Szabó’s cymbal playing and a great solo on violin. The CD Napkerék (Sunwheel) is a timeless album with the colored circle used as a metaphor. A sign that (actually) has no beginning or end. And that’s exactly what makes this traditional music so strong: once you start listening, you can’t stop…..lovely!
- Melinda Balogh: Napkerék (FONO / Xango)
- Foto: Kornél Papp
© Mattie Poels.
Geen reacties