De blokfluit had zijn hoogtijdagen rond 1700 en is een paar eeuwen van het concertpodium verdwenen. Maar het instrument is helemaal terug en wordt tegenwoordig virtuoos bespeeld, zoals op het nieuwe album Van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries van blokfluitist Erik Bosgraaf en klavecinist Francesco Corti.
English version below
In de jaren ’50 was het o.a. de Nederlandse blokfluitist Frans Brüggen die zorgde voor een revival van de oude muziek en vooral van de blokfluitmuziek. Hij werkte o.a. samen met Gustav Leonhardt en Anner Bijlsma en richtte met de blokfluitisten Kees Boeke en Walter van Hauwe het blokfluitensemble Sour Cream op. In Engeland was het David Munrow die met zijn Early Music Consort of London legendarische stukken opnam. Hij bracht albums uit met zowel blokfluit-repertoire als instrumentaal werk voor diverse blaas- en strijkinstrumenten aangevuld met vocale composities. Deze revival zette door tot in de jaren ’60 tijdens de folk-revival waar ook de blokfluit en oude muziek-varianten (folk-rock/pop) populair werden. Deze trend is de laatste jaren teruggekeerd. Weliswaar in mindere mate, maar toch. Ook nu zien we weer een opleving en (her)waardering van blokfluitmuziek, uitgevoerd door o.a. Suzanna Borsch, Inês d’Avena en Erik Bosgraaf. Vooral Bosgraaf heeft de afgelopen jaren veel innoverend werk opgenomen zoals stukken van Theo Loevendi, Ernst Reijseger en Willem Jets. Op zijn nieuwe album Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries gaat Erik Bosgraaf, samen met de Italiaanse klavecinist Francesco Corti, terug naar de lage landen van begin 18de eeuw.
Het nieuwe album van Bosgraaf en Corti is dus Nederlands georiënteerd. In totaal staan op dit album werken van zeven Nederlands/Vlaamse (blokfluit)componisten uit begin 18de eeuw die een binding hadden met de Lage Landen. Zoals Andreas Parcham, Jean-Marie Leclair en Joseph-Hector Fiocco en Wilhelm van Wassenaer. De composities worden uitgevoerd op vier verschillende blokfluiten: alt-, sopraan-, tenor- en basblokfluit met klavecimbel-begeleiding maar zonder toevoeging van cello of viola da gamba. Een combinatie die zo gebruikelijk is in de Barokmuziek en samen met het klavecimbel de B.C. (de Basso Continuo) vormt. Voortreffelijk muziek die met een oorverdovende souplesse wordt uitgevoerd. Met een nauwkeurige trefzekerheid horen we verzorgde stukken die goed worden gearticuleerd. Het album is een fraaie collectie van snelle en langzame delen uit 10 sonates. Opvallend is het Giga presto in g-mineur van Van Wassenaer. Een kort virtuoos werkje (0’54 sec) met een strak op de tel gespeeld thema, dat we ook terughoren in zijn Sonata seconda. Fraai is het warme timbre van basblokfluit in Jean-Bapstiste Loeillet de Gant’s (uit Gent) Sonata in a-mineur, met een gemuteerd klavecimbel (met afgedempte snaren) in het tweede deel. Schitterend is de alt-blokfluit in Aria van Jean-Marie Leclair. Een lyrische melodie met een opgewekt middendeel. Van de Italiaanse componist Joseph-Hector Fiocco speelt Franceso Corti de Premiere Suite voor klavecimbel solo. Een werk dat met zijn rijke ornamenten aansluit bij de Roccoco en gelijkenissen vertoont met het werk van zijn Franse tijdgenoot Jean-Philippe Rameau. In de zes-delige sonate van Johan Christian Schickhardt worden de snelle delen, allegro’s, meesterlijk uitgevoerd. In deze delen laten beide musici hun vingervlugheid horen met een voortreffelijke instrumentbeheersing, mooi samenspel in een serene virtuositeit van ongekende klasse. Het album Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries is een excellente CD van twee musici die een fijnzinnige glooiing creëren in het oud Nederlands muzikale landschap!
Meer blokfluitmuziek: Aventura / Muriel Rochat Rienth / Brisk / Spark / Bassano Quartet / La Cicala / AmorromA
English version
Around 1700 the recorder was a very popular instrument in the Netherlands. But it has disappeared from the concert stage for a few centuries. But nowadays the instrument is completely back and is now played with virtuosity on the new album Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries by recorder player Erik Bosgraaf and harpsichordist Francesco Corti.
In the 1950s it was the Dutch recorder player Frans Brüggen, among others, who caused a revival of early music and especially recorder music. He worked with Gustav Leonhardt and Anner Bijlsma and founded the recorder ensemble Sour Cream with recorder players Kees Boeke and Walter van Hauwe. In England it was David Munrow who recorded legendary pieces with his Early Music Consort of London. He released albums with both recorder repertoire and instrumental work for various wind and string instruments, supplemented with vocal compositions. This development continued until the 1960s during the folk revival where the recorder and old music variants (folk rock / pop) became popular. This trend has returned in recent years. Although to a lesser extent. Again we see a revival and (re) appreciation of recorder music from, among others, Suzanna Borsch, Inês d’Avena and Erik Bosgraaf. Bosgraaf in particular, has recorded a lot of innovative compositions in recent years such as pieces by Theo Loevendi, Ernst Reijseger and Willem Jets. On his new album Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries, Erik Bosgraaf, together with the Italian harpsichordist Francesco Corti, returns to the low countries of the early 18th century.
For more recorder music: Aventura / Muriel Rochat Rienth / Brisk / Spark / Bassano Quartet / La Cicala / AmorromA
The new album by Bosgraaf and Corti is musically Dutch oriented. In total, this album contains works by seven Dutch / Flemish (recorder) composers from the early 18th century who had a connection with the Low Countries. Such as Andreas Parcham, Jean-Marie Leclair, Joseph-Hector Fiocco and Wilhelm van Wassenaer. The compositions are performed on four different recorders: alto, soprano, tenor and bass recorder, with harpsichord accompaniment but without the addition of cello or viola da gamba that is so common in Baroque music and together with the harpsichord form the BC (the Basso Continuo). Excellent music that is performed with a deafening suppleness. These musicians play so accurate and very well articulated. On the album we hear a nice change between fast and slow parts in 10 sonatas. The Giga presto in g minor by van Wassenaer is striking. A short virtuoso work (0’54 sec) with a tight theme. That we also hear in his Sonata seconda. Beautiful is the warm timbre of the bass recorder in Jean-Bapstiste Loeillet de Gant’s (from Ghent) in Sonata in a-minor, with a mutated harpsichord (with muted strings) in the second part. The alto recorder in Aria by Jean-Marie Leclair is also beautiful. A lyrical melody with a cheerful middle part. From the Italian composer Joseph-Hector Fiocco, Franceso Corti plays the Premiere Suite for harpsichord solo that, due to its rich ornaments, is already moving more towards the Roccoco period and connects connect the music with his French contemporary composer Jean-Philippe Rameau. In the six-part sonata by Johan Christian Schickhardt the fast parts, allegro’s, are masterfully performed. In these parts both musicians show their fingerliness with excellent instrument control in a serene virtuosity of unprecedented class. Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries is an excellent album by two musicians who bring a delicate twist to the old Dutch musical landscape. Amazing music!
- Erik Bosgraaf / Francesco Corti: Unico Wilhelm van Wassenaer and the Recorder in the Low Countries (Brilliant Classics)
© Mattie Poels.
Geen reacties