De Frans Ivoriaanse drummer Manu Katché was jaren te vinden op pop cd’s van o.a. Sting en Peter Gabriel. Vanaf begin jaren ’90 maakt hij cd’s onder zijn eigen naam en ontwikkelde zich tot een drummer met een heel persoonlijke manier van spelen. Smaakvol, dienstbaar maar vooral zeer herkenbaar, waarbij virtuositeit plaats maakt voor een rijk palet van drumwerk nuancering.
Zijn laatste cd klinkt bijzonder gedecideerd, laconiek bijna. Opvallend is zijn drumstel, dat met strak gespannen vellen een heel ferm en direct geluid heeft. Zijn cimbals (bekkens) hebben een frisse sound en zijn aangevuld met splash bekkens die een ruisend timbre door zijn spel laat zweven. Katché schildert met zijn drumspel vele muzikale kleuren en vult deze aan met subtiele ornamenten, die hij anticipeert tussen de frases van thema’s en solo’s. Katché is beslist geen doorsnee drummer, maar een slagwerker die zijn instrument op diepgaande wijze bespeelt en exact weet wat hij doet.
Alle stukken op ‘Manu Katché’ zijn geschreven door Katché die naast slagwerker ook pianist is. De thema’s zijn gedragen, melodisch en klinken soms ‘erg alleen’. Ze worden gespeeld door de Noorse musici: trompettist Nils Petter Molvaer en saxofonist Tore Brunborg. Opmerkelijk is dat er geen bas wordt gebruikt: de bassen díe klinken, worden gespeeld door de Engelse organist Jim Watson, die overigens ook de pianist is op deze cd. Alleen het slotstuk ‘Dusk On Carnon’ is Katché de pianist, waarin hij weer met overtuiging bewijst dat soberheid de virtuositeit is van zijn vakmanschap.
Manu Katché studeerde aan het Conservatorium van Parijs en wil aanvankelijk percussionist worden in een symfonie orkest. Hij kiest uiteindelijk voor de pop muziek en werkt o.a. met Joni Mitchell, Dire Straits, Joan Armatrading, Tracy Chapman en Youssou n’ Dour. Vanaf 1991 neemt Katché zeven cd’s op onder zijn eigen naam, wint een prijs tijdens het Drum Festival de Montréal in Canada en schrijft in ’96 de muziek voor de film ‘Un Indien dans la ville’.
- Manu Katché: ‘Manu Katché’ (ECM/Challenge Records)
© Mattie Poels.
Geen reacties